Artikel 10
Als werkgever wordt beschouwd:
a. in de gevallen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel:
a en b: de aanbesteder;
c en d: degene, met wie de overeenkomst tot bemiddeling is gesloten;
e: de vennootschap;
f: de exploitant of mede-exploitant van het vaartuig;
g: Onze Minister van Defensie of Onze Minister;
h: de coöperatie.
b. in de gevallen, bedoeld in artikel 5, onderdeel:
a: de opdrachtgever;
b: de thuiswerker;
c: degene, met wie het optreden of de sportbeoefening is overeengekomen;
d: degene, die bij de in artikel 5 bedoelde algemene maatregel van bestuur als werkgever wordt aangewezen.
c. de aangewezen inhoudingsplichtige, bedoeld in artikel 6, zesde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964.
Inhoudsopgave
- Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk II. De uitkering bij werkloosheid
+ Hoofdstuk III. De vrijwillige verzekering van uitkering bij werkloosheid
+ Hoofdstuk IV. Overneming van uit de dienstbetrekking voortvloeiende verplichtingen bij onmacht van de werkgever te betalen
+ Hoofdstuk V. Vervallen.
+ Hoofdstuk VI. Reïntegratiemaatregelen
+ Hoofdstuk VII. Verhaal
+ Hoofdstuk VIII. De uitvoeringsorganisatie
+ Hoofdstuk IX. Bepalingen van procedurele aard
+ Hoofdstuk X. Bepalingen in verband met de Algemene wet bestuursrecht en beroep in cassatie
+ Hoofdstuk XA. Experimenten
+ Hoofdstuk XB. Overgangsbepalingen
+ Hoofdstuk XI. Straf- en slotbepalingen
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht