1.
Een goedkeuring van een productieproces wordt op aanvraag en tegen betaling, op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het daarvoor door deze dienst vastgestelde tarief door deze dienst verleend indien het productieproces van het voertuig, het systeem, het onderdeel, de technische eenheid, het uitrustingstuk of de voorziening ter bescherming van weggebruikers en passagiers, waarvoor de goedkeuring wordt gevraagd, bij een door de dienst verrichte keuring heeft voldaan aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen met betrekking tot de toelating tot het verkeer op de weg. Deze eisen kunnen betrekking hebben op het proces volgens hetwelk de aanvrager zijn werkzaamheden met betrekking tot de productie van het voertuig, het systeem, het onderdeel, de technische eenheid, het uitrustingstuk of de voorziening ter bescherming van weggebruikers en passagiers verricht.
2.
Met een goedkeuring van een productieproces wordt gelijkgesteld een goedkeuring van productieprocessen van voertuigen en voertuigonderdelen:
a. die is verleend door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en is verleend overeenkomstig de op het betrokken voertuig, systeem, onderdeel of de technische eenheid betrekking hebbende, in het kader van de Europese Unie tot stand gekomen voorschriften;
b. die is verleend door het daartoe bevoegde gezag in een Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende het aannemen van eenvormige technische voorschriften die van toepassing zijn op voertuigen op wielen, uitrustingsstukken en onderdelen die in een voertuig op wielen kunnen worden gemonteerd of gebruikt en is verleend overeenkomstig de voorwaarden voor wederzijdse erkenning van overeenkomstig deze voorschriften verleende goedkeuringen.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden vastgesteld betreffende de organisatie van de aanvrager, het door de aanvrager voor de keuring ter beschikking stellen van voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, uitrustingstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers, het door de aanvrager overleggen van bescheiden en verstrekken van inlichtingen ter zake van de keuring alsmede betreffende de wijze waarop de keuring van een productieproces wordt verricht.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot op voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, uitrustingstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers, die zijn vervaardigd overeenkomstig het goedgekeurde productieproces, aan te brengen keurmerken, aanduidingen of gegevens.
1.
De Dienst Wegverkeer kan met het oog op het verlenen van een goedkeuring van een productieproces een technische dienst aanwijzen om namens hem bepaalde voor de goedkeuring noodzakelijke tests te verrichten, indien uit een door de Dienst Wegverkeer opgesteld beoordelingsverslag of uit een door een accrediteringsinstantie afgegeven accrediteringscertificaat blijkt dat deze dienst voldoet aan de daarvoor bij ministeriële regeling gestelde eisen.
2.
Artikel 22b, tweede tot en met zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
1.
De Dienst Wegverkeer houdt toezicht op het productieproces van voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, uitrustingstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers waarvoor de goedkeuring is verleend. Tot dit toezicht kan behoren het steekproefsgewijs of periodiek controleren van de organisatie van degene aan wie de goedkeuring is verleend alsmede van het productieproces. Degene aan wie de goedkeuring is verleend, is gehouden aan voor het houden van het toezicht noodzakelijke werkzaamheden medewerking te verlenen.
2.
Degene aan wie een goedkeuring is verleend, is gehouden tot betaling, op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het door deze dienst ter zake van de kosten van het toezicht vastgestelde tarief.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden vastgesteld betreffende de wijze waarop het toezicht wordt gehouden en de verplichting tot medewerking daaraan van degene aan wie een goedkeuring is verleend.
1.
De Dienst Wegverkeer kan met het oog op de uitoefening van het toezicht als bedoeld in artikel 25b, eerste lid, op aanvraag een technische dienst aanwijzen om namens hem bepaalde toezichtstaken uit te voeren, indien uit een door de Dienst Wegverkeer opgesteld beoordelingsverslag of uit een door een accrediteringsinstantie afgegeven accrediteringscertificaat blijkt dat deze dienst voldoet aan de daarvoor bij ministeriële regeling gestelde eisen.
2.
Artikel 22b, tweede tot en met zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 25c
Bij ministeriële regeling wordt bepaald wanneer een goedkeuring van een productieproces vervalt.
1.
De Dienst Wegverkeer trekt een goedkeuring van een productieproces in, indien degene aan wie de goedkeuring is verleend, daarom verzoekt.
2.
De Dienst Wegverkeer kan een goedkeuring van een productieproces intrekken, indien:
a. degene aan wie de goedkeuring is verleend een voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, uitrustingstuk of voorziening ter bescherming van weggebruikers en passagiers doet of laat doorgaan voor vervaardigd volgens een goedgekeurd productieproces, terwijl dat voertuig, dat systeem, dat onderdeel, die technische eenheid, dat uitrustingsstuk of die voorziening ter bescherming van weggebruikers en passagiers niet is vervaardigd overeenkomstig het goedgekeurde productieproces,
b. degene aan wie de goedkeuring is verleend, de verplichting, vervat in artikel 25b, tweede lid, niet nakomt,
c. degene aan wie de goedkeuring is verleend, handelt in strijd met een of meer andere uit de goedkeuring voortvloeiende verplichtingen, of
d. blijkt dat de goedkeuring ten onrechte is verleend.
1.
Wanneer een fabrikant reeds verkochte, geregistreerde of in het verkeer gebrachte voertuigen, dan wel reeds verkochte onderdelen of uitrustingsstukken, waarvoor een overeenkomstig in het kader van de Europese Unie tot stand gekomen voorschriften afgegeven typegoedkeuring is verleend, op grond van artikel 21, tweede lid, van de Warenwet dient terug te roepen omdat het voertuig een ernstig gevaar vormt voor de verkeersveiligheid, de volksgezondheid of het milieu, stelt de fabrikant de goedkeuringsinstantie die de typegoedkeuring heeft verleend hiervan onmiddellijk in kennis.
2.
De fabrikant stelt de goedkeuringsinstantie maatregelen voor om het in het eerste lid bedoelde gevaar te neutraliseren.
3.
De Dienst Wegverkeer houdt toezicht op het terugroepen van voertuigen, onderdelen en uitrustingsstukken.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van het tweede lid.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk IA. De Dienst Wegverkeer
+ Hoofdstuk IB. Het CBR
+ Hoofdstuk IC. Toezicht op keuringsinstellingen en onderzoeksgerechtigden
+ Hoofdstuk II. Verkeersgedrag
+ Hoofdstuk IIA. Aanwijzing bromfietsen waarvoor geen Europese typegoedkeuring vereist is
- Hoofdstuk III. Toelating en goedkeuring
+ Hoofdstuk IV. Kentekens en kentekenbewijzen
+ Hoofdstuk IVA. Registratie van fietsen en andere mobiele objecten
+ Hoofdstuk IVB. Tellerstanden
+ Hoofdstuk V. Gebruik van voertuigen op de weg
+ Hoofdstuk VI. Rijvaardigheid en rijbevoegdheid
+ Hoofdstuk VIA. Interoperabiliteit van elektronische heffingssystemen
+ Hoofdstuk VIB. Intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer
+ Hoofdstuk VII. Vrijstelling en ontheffing
+ Hoofdstuk VIIA. Vakbekwaamheid bestuurders goederen- en personenvervoer over de weg
+ Hoofdstuk VIII. Kosten
+ Hoofdstuk IX. Handhaving
+ Hoofdstuk X. Last onder bestuursdwang
+ Hoofdstuk XI. Strafbepalingen
+ Hoofdstuk XII. Civiele aansprakelijkheid
+ Hoofdstuk XIII. Slotbepalingen
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht