Artikel 110
Motorrijtuigen mogen slechts worden bestuurd door personen die een bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde minimumleeftijd hebben bereikt.
Daarbij kan voor het ontvangen van rijonderricht in de zin van de
Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde gevallen en onder de bij algemene maatregel van bestuur gestelde voorwaarden een lagere leeftijd worden vastgesteld.