1.
Onze Minister verricht hetgeen in aanmerking komt ter uitvoering van de artikelen 2, 5, 6, 7, 9, 10, 13, onder a, b en d, en 14 van het Unesco-verdrag 1970, behoudens voor zover het betreft het in artikel 10, onder a, van het Verdrag bedoelde opleggen aan antiekhandelaren van regels, waarvan de overtreding strafbaar is.
1.
Onze Minister verricht hetgeen in aanmerking komt ter uitvoering van de artikelen 2, 5, 6, 7, 9, 10, 13, onder a, b en d, en 14 van het Unesco-verdrag 1970, behoudens voor zover het betreft het in artikel 10, onder a, van het Verdrag bedoelde opleggen aan antiekhandelaren van regels, waarvan de overtreding strafbaar is.