Erfgoedwet
Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk 2. Beheer van collecties
+ Hoofdstuk 3. Aanwijzing als beschermd erfgoed
+ Hoofdstuk 4. Bescherming van erfgoed
- Hoofdstuk 5. Archeologische monumentenzorg
+ Hoofdstuk 6. Internationale teruggave
+ Hoofdstuk 7. Financiële bepalingen
+ Hoofdstuk 8. Handhaving en toezicht
+ Hoofdstuk 9. Overgangsrecht
+ Hoofdstuk 10. Intrekken en wijzigen andere wetten
+ Hoofdstuk 11. Slotbepalingen

Geschiedenis-overzicht

Erfgoedwet



Artikel 5.5. Nadere regels rond de certificering [Treedt in werking per 01-07-2016]
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over: 
Artikel 5.5. Nadere regels rond de certificering
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over: 
a. het verrichten van een opgraving op professionele wijze; 
a. het verrichten van een opgraving op professionele wijze; 
b. het vaststellen van een richtlijn, zoals een beoordelingsrichtlijn of protocol met eisen ter bevordering van de professionaliteit van het verrichten van een opgraving waaraan een aanvrager dient te voldoen om in aanmerking te komen voor een certificaat; 
b. het vaststellen van een richtlijn, zoals een beoordelingsrichtlijn of protocol met eisen ter bevordering van de professionaliteit van het verrichten van een opgraving waaraan een aanvrager dient te voldoen om in aanmerking te komen voor een certificaat; 
c. het handelen overeenkomstig een richtlijn als bedoeld in onderdeel b; 
c. het handelen overeenkomstig een richtlijn als bedoeld in onderdeel b; 
d. het indienen van een aanvraag voor een aanwijzing als bedoeld in artikel 5.2 , de gegevens die bij een aanvraag dienen te worden verstrekt, de gronden waarop en de voorwaarden waaronder Onze Minister een aanwijzing kan verlenen, wijzigen, weigeren, schorsen of intrekken, de voorschriften die aan een aanwijzing kunnen worden verbonden en de termijn waarvoor een aanwijzing kan worden verleend of geschorst; 
d. het indienen van een aanvraag voor een aanwijzing als bedoeld in artikel 5.2 , de gegevens die bij een aanvraag dienen te worden verstrekt, de gronden waarop en de voorwaarden waaronder Onze Minister een aanwijzing kan verlenen, wijzigen, weigeren, schorsen of intrekken, de voorschriften die aan een aanwijzing kunnen worden verbonden en de termijn waarvoor een aanwijzing kan worden verleend of geschorst; 
e. de werkzaamheden door een certificerende instelling die onder het verstrekken van certificaten als bedoeld in artikel 5.2 worden verstaan; 
e. de werkzaamheden door een certificerende instelling die onder het verstrekken van certificaten als bedoeld in artikel 5.2 worden verstaan; 
f. tarieven die door een certificerende instelling in rekening kunnen worden gebracht voor het afgeven van een certificaat; 
f. tarieven die door een certificerende instelling in rekening kunnen worden gebracht voor het afgeven van een certificaat; 
g. het doen van een mededeling aan Onze Minister van een intrekking of een schorsing van een certificaat of accreditatie; 
g. het doen van een mededeling aan Onze Minister van een intrekking of een schorsing van een certificaat of accreditatie; 
h. de uitwisseling van informatie tussen certificerende instellingen onderling en met Onze Minister in het kader van toezicht en handhaving. 
h. de uitwisseling van informatie tussen certificerende instellingen onderling en met Onze Minister in het kader van toezicht en handhaving.