Regeling onkostenvergoedingen gewezen defensiepersoneel
De Staatssecretaris van Defensie,
Gelet op artikel 1 en 2, zesde lid van de Kaderwet militaire pensioenen, artikel 1 van de Kaderwet dienstplicht, artikel 111, eerste lid, 112, eerste lid, en 115, tweede lid, van het Algemeen militair ambtenarenreglement en artikel 64, tweede lid van het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie;
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a.
het AMAR: het
Algemeen militair ambtenarenreglement ;
b.
het BARD: het
Burgerlijk ambtenarenreglement defensie
c.
het Besluit AO/IV: het
Besluit arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen ;
d.
het Besluit IP 65+: het
Besluit bijzondere militaire pensioenen ;
e.
Onze Minister: de Minister van Defensie;
f.
zorgverlenende instelling: de erkende en in Nederland gevestigde instelling of persoon die is belast met de behandeling, begeleiding dan wel zorg van de betrokkene als bedoeld in
artikel 1, onder h, sub 1 en 2 van deze regeling;
2°.
de eigen, aangehuwde, stief- of pleegkinderen van betrokkene of van zijn echtgenote, al of niet samenwonend met betrokkene;
3°.
de eigen, stief- of pleegouders van de betrokkene of van zijn echtgenote;
2°.
De gewezen militair of dienstplichtige, die voldoet aan een oproep van een zorgverlenende instelling vanwege klachten verband houdende met het ingezet zijn geweest in het kader van een operatie als bedoeld in artikel 2 van de Regeling voorzieningen bij vredes- en humanitaire operaties of een door Onze Minister als zodanig andere vorm van daadwerkelijke inzet binnen of buiten Nederland;
4°.
De gewezen militair, dienstplichtige of burgerambtenaar, die voldoet aan een oproep voor een geneeskundig onderzoek in verband met een verzoek om doorbetaling van bezoldiging bij arbeidsongeschiktheid na ontslag als bedoeld in
artikel 120 van het AMAR of
artikel 62 van het Bard;
5°.
De gewezen militair of dienstplichtige, die ter verwezenlijking van zijn aanspraak op een voorziening als bedoeld in de Voorzieningenregeling voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers, voldoet aan een oproep voor een geneeskundig onderzoek, dan wel voorafgaande aan de levering van een voorziening, een verstrekking of een hulpmiddel bij een leverancier moet passen of meten;
6°.
De gewezen militair, dienstplichtige of burgerambtenaar, die ter verwezenlijking van zijn aanspraak op geneeskundige behandeling of verzorging, als bedoeld in
artikel 91a AMAR, dan wel
artikel 64 BARD, voldoet aan een oproep voor een geneeskundig onderzoek.
1.
De betrokkene heeft aanspraak op vergoeding van noodzakelijk gemaakte reiskosten, verblijfkosten en inkomstenderving tengevolge van de gemaakte reis overeenkomstig hetgeen in deze regeling is bepaald met dien verstande dat een vergoeding ook wordt verleend indien een geneeskundig onderzoek niet heeft geleid tot erkenning van de vermeende aanspraken.
3.
Indien de betrokkene, naar het oordeel van degene bij wie hij zich moet vervoegen, niet alleen kan reizen, heeft ook de begeleider aanspraak op een vergoeding als bedoeld in het eerste lid, overeenkomstig hetgeen in deze regeling is bepaald.
4.
Indien de naaste betrekking de betrokkene bezoekt of begeleidt dan wel wordt opgeroepen door de zorgverlenende instelling en dit naar het oordeel van de zorgverlenende instelling noodzakelijk wordt geacht voor de behandeling van betrokkene, dan wel voor de behandeling van de naaste betrekking zelf, heeft ook de naaste betrekking aanspraak op een vergoeding als bedoeld in het eerste lid, overeenkomstig hetgeen in deze regeling is bepaald.
1.
De vergoeding van reiskosten wordt gesteld op de kosten van de reis met openbaar vervoer tweede klas, zoals die langs de kortst gebruikelijke weg wordt afgelegd. Bij gebruik van eigen vervoer bedraagt de vergoeding € 0,19 per kilometer voor de reis langs de kortst gebruikelijke openbare weg.
2.
Indien openbaar vervoer om medische redenen niet mogelijk is en betrokkene gebruik maakt van eigen vervoer of vervoer door derden, bedraagt de vergoeding € 0,29 per kilometer voor de reis langs de kortst gebruikelijke openbare weg. Bij medisch geïndiceerd vervoer per taxi, dan wel rolstoeltaxi, worden de kosten van de taxi, dan wel de rolstoeltaxi, vergoed.
Artikel 4
Voor de vaststelling van de vergoeding van de verblijfkosten zijn het
Besluit dienstreizen defensie en de Regeling dienstreizen defensie van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6
De noodzakelijk gemaakte reiskosten, verblijfkosten en inkomstenderving worden slechts vergoed voorzover deze kosten niet op grond van een andere regeling geheel of gedeeltelijk worden voldaan.
Artikel 7
De onkostenvergoedingen in deze regeling worden op verzoek toegekend en betaalbaar gesteld door Onze Minister.
1.
De regeling reis- en verblijfkosten van gewezen militairen en dienstplichtigen na inzet bij vredes- of humanitaire operaties van 1 januari 1998, nr. P97/008283 wordt ingetrokken.
2.
De ministeriële regeling van 4 oktober 1963, directie militair personeel, afdeling sociale zaken, nr. P 111.054 Q wordt ingetrokken.
Artikel 9
Deze regeling treedt in werking met ingang van datum dagtekening.
Artikel 10
Deze regeling wordt aangehaald als de Regeling onkostenvergoedingen gewezen defensiepersoneel.