1.
Gemeentelijke verordeningen worden door de raad vastgesteld voor zover de bevoegdheid daartoe niet bij de wet of door de raad krachtens de wet aan het college of de burgemeester is toegekend.
2.
De overige bevoegdheden, bedoeld in artikel 108, eerste lid, berusten bij de raad.
3.
De overige bevoegdheden, bedoeld in artikel 108, tweede lid, berusten bij het college, voor zover deze niet bij of krachtens de wet aan de raad of de burgemeester zijn toegekend.
Inhoudsopgave
+ Titel I. Begripsbepalingen
+ Titel II. De inrichting en samenstelling van het gemeentebestuur
- Titel III. De bevoegdheid van het gemeentebestuur
+ Titel IV. De financiën van de gemeente
+ Titel V. Aanvullende bepalingen inzake het toezicht op het gemeentebestuur
+ Titel VI
+ Titel VII. Overgangs- en slotbepalingen
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht