1.
Wanneer de huurcommissie op een verzoek van de huurder of verhuurder als bedoeld in de paragrafen 1 en 2 uitspraak heeft gedaan, worden zij geacht te zijn overeengekomen wat in die uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken nadat aan hen afschrift van die uitspraak is verzonden, een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de huurcommissie om een uitspraak was verzocht.
2.
Tegen een beslissing krachtens dit artikel is geen hogere voorziening toegelaten.
Inhoudsopgave
- Boek 7. Bijzondere overeenkomsten
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht