1.
Een schip mag slechts keren, nadat het zich er van heeft vergewist dat dit zonder gevaar kan geschieden.
2.
Een groot schip mag bij het keren medewerking verlangen van een ander schip.
3.
Een klein schip moet bij het keren voorrang verlenen aan een groot schip.
4.
Een klein schip mag bij het keren medewerking verlangen van een ander klein schip.
5.
Dit artikel is niet van toepassing op en ten aanzien van een veerpont.
6.
In een vak van of op een plaats in de vaarweg, aangeduid door het teken A.8 (
bijlage 7 ), mag een schip niet keren.
7.
Aanduiding van een vak van of een plaats in de vaarweg door het teken E.8 (
bijlage 7 ) vormt een inlichting, dat schepen aldaar kunnen keren.