3.
De persoon, bedoeld in het eerste lid, is ten aanzien van zwangere vrijwilligers en vrijwilligers tijdens de lactatie tevens verplicht tot naleving ten aanzien van die vrijwilligers van de voorschriften en verboden die zijn opgenomen in de
artikelen 1.42,
1.42a,
3.48,
6.29,
6.29a,
6.29b en
6.29c.