1.
De veiligheid van de constructie van een steiger wordt regelmatig door een ter zake deskundig persoon gecontroleerd doch in ieder geval vóór de ingebruikneming en verder na iedere wijziging in de constructie van de steiger, na iedere periode waarin de steiger niet is gebruikt, na abnormale weersomstandigheden alsmede na iedere andere gebeurtenis waardoor de veiligheid van de constructie van de steiger mogelijk is aangetast.
2.
Een steiger mag niet worden overbelast. Lasten worden zo gelijkmatig mogelijk over de steiger verdeeld.
3.
Verrijdbare steigers zijn beveiligd tegen ongewilde verplaatsingen.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Definities en toepassingsgebied
+ Hoofdstuk 2. Arbozorg en organisatie van de arbeid
+ Hoofdstuk 3. Inrichting arbeidsplaatsen
+ Hoofdstuk 4. Gevaarlijke stoffen en biologische agentia
+ Hoofdstuk 5. Fysieke belasting
+ Hoofdstuk 6. Fysische factoren
- Hoofdstuk 7. Arbeidsmiddelen en specifieke werkzaamheden
+ Hoofdstuk 8. Persoonlijke beschermingsmiddelen en veiligheids- en gezondheidssignalering
+ Hoofdstuk 9. Verplichtingen, strafbare feiten, overtredingen, bestuursrechtelijke bepalingen en overgangs- en slotbepalingen
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht