1.
De ambtenaar controleert de ingeslotene regelmatig met dien verstande dat:
a. in het geval de arts is gewaarschuwd, de ingeslotene ten minste elk kwartier in de cel wordt gadegeslagen;
b. in het geval medische hulp is verstrekt, de ingeslotene zo vaak wordt geobserveerd als de arts heeft voorgeschreven;
c. in het geval geen medische hulp noodzakelijk wordt geacht, de ingeslotene eenmaal per twee uur wordt gadegeslagen.
2.
In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onder a en b, observeert de ambtenaar de ingeslotene zo nodig in de cel en aan de persoon, waarbij hij vooral acht slaat op de mate waarin de ingeslotene wekbaar en aanspreekbaar is. Personen die in een toestand geraken waarin zij niet wekbaar of aanspreekbaar zijn, worden terstond per ambulance naar een ziekenhuis vervoerd.
3.
De ambtenaar registreert de observaties, bedoeld in het eerste lid.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk 2. Ambtsuitvoering
+ Hoofdstuk 3. Geweld
+ Hoofdstuk 4. Handboeien
+ Hoofdstuk 5. Veiligheidsfouillering
+ Hoofdstuk 6. Hulpmiddelen ten behoeve van de feitelijke verwijdering of uitzetting van vreemdelingen
+ Hoofdstuk 7. Hulpverlening
- Hoofdstuk 8. Maatregelen jegens ingeslotenen
+ Hoofdstuk 9. Slotbepalingen
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht