1.
Het bestuursorgaan weegt de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen af, voor zover niet uit een wettelijk voorschrift of uit de aard van de uit te oefenen bevoegdheid een beperking voortvloeit.
2.
De voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen
+ Hoofdstuk 2. Verkeer tussen burgers en bestuursorganen
- Hoofdstuk 3. Algemene bepalingen over besluiten
+ Hoofdstuk 4. Bijzondere bepalingen over besluiten
+ Hoofdstuk 5. Handhaving
+ Hoofdstuk 6. Algemene bepalingen over bezwaar en beroep
+ Hoofdstuk 7. Bijzondere bepalingen over bezwaar en administratief beroep
+ Hoofdstuk 8. Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter
+ Hoofdstuk 9. Klachtbehandeling
+ Hoofdstuk 10. Bepalingen over bestuursorganen
+ Hoofdstuk 11. Slotbepalingen
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht